Een paar maanden geleden voerde ik een telefoongesprek met iemand van het Coördinatiepunt Mensenhandel, naar aanleiding van een eventueel geval van uitbuiting van Hongaren in Noord-Holland ergens. Hoewel het geheel niet al te koosjer was, bleek er hier geen sprake van uitbuiting of mensenhandel. De woon- en werkomstandigheden van onze Oost-Europese gasten waren verre van om over naar huis te schrijven. Verre van, maar wel gewoon legaal. Krap aan, maar toch. Legaal. Geen poot om op te staan. Geen verhaal.
Voor ik wist dat ik journalist wilde worden sneed ik broodjes en waste borden af in de keuken van een restaurant. Terwijl mensen heel veel betaalden voor kleine porties eten dronk ik grote hoeveelheden koffie met een kettingrokende Bosniër genaamd Fatmir. De eters in het restaurant moesten eens weten welk tuig hun dure hapjes precies klaar maakte. Wij dus. Het beviel Fatmir wel in Nederland. Al verdiende hij met zijn werk als kok niet heel veel. Maar het was al meer dan hij in Bosnië gewend was. En zeg nou zelf, als je er één of ander handeltje bij hebt, kun je het best wel bolwerken allemaal, toch? Dat was nog in de tijd voordat hierover geklaagd kon worden via meldpunten op internet. Oost-Europeanen zijn zelfredzaam, geen probleem.
Brussel dreigt anno 2012 ondertussen naar de rechter te stappen als Nederland zijn regels met betrekking tot migratie niet aanpast. Nederland wil die buitenlanders namelijk sneller uit kunnen zetten als ze hier geen baan vinden. En nog wat van die dingen. We halen dus wat Polen, Hongaren en Bosniërs hierheen om ze werk te laten doen waar we zelf niet zo gek veel zin meer in hebben. Vaak in omstandigheden die met wat pas- en meetwerk nog net binnen het juridische kader in te passen vallen. Dat is goed voor de economie. Je hoeft die lui namelijk minder te betalen. Lagere personeelskosten, hoger rendement. Maar als ze niet snel genoeg aan het werk zijn moeten ze wel weer oprotten. Ook worden uitzendcontracten, door mensen periodiek de straat op te mikken, tot in het oneindige verlengd. Zo blijven die Polen lekker goedkoop. Maar de Polen verdienen hier kennelijk nog steeds meer dan thuis dus blijven ze wel weer even. En vervolgens vinden wij dat op onze beurt maar niks, al die wodka lurkende Polen in ons land die ons werk dat we niet willen doen toch doen. En dus maken we een meldpunt op internet.
Het vrije verkeer van personen en kapitaal zou voor Nederland alleen moeten gelden als het óns uitkomt. Dat zou pas fijn zijn. Want wat doet elektronicagigant Philips terwijl er lustig op los gediscussieerd wordt over lastige Polen? Bekend maken dat een deel van de lichtdivisie vanuit Brabant naar, jawel, Polen verplaatst zal gaan worden. Als de goedkope arbeidskrachten hier niet meer welkom zijn, gaan wij wel naar hen toe. Lage personeelskosten zijn namelijk belangrijk in tijden van bezuinigingen. Dat daardoor een deel van de inwoners van Roosendaal hun baan verliest doet er niet zoveel toe. Die zouden namelijk, als we een recente redenatie van de Amsterdamse VVD hier ter hand mogen nemen, best naar Medemblik of Naaldwijk kunnen verhuizen op zoek naar werk. En anders geen uitkering. Tenminste, daar liep VVD-gemeenteraadslid Bas van ´t Wout recentelijk over te blazen in het Parool. Zeker in de kassen denken de Amsterdamse liberalen nog wel wat werklozen kwijt te kunnen. Daar waar nu vooral Polen en Hongaren werken dus. Probleem opgelost dus! Want die kunnen op hun beurt weer emplooi vinden bij de nieuw te bouwen lichtfabrieken van Philips in hún vaderland. Waar Philips goedkoper wil produceren, omdat de jaarcijfers tegenvielen. Terwijl topman Frans van Houten helaas voor hem nét een bonus van 1.3 miljoen misliep (hij kreeg alsnog een behoorlijk bedrag). Ironisch genoeg is dat dan weer om en nabij hetzelfde bedrag dat het concern bezuinigt op schoonmakers. (Die overigens nog steeds doorstaken. Schoonmaker is, kan ik uit eigen ervaring zeggen, niet de best betaalde baan out there).
Ik begrijp echt niets meer van dit land. En van Europa nog minder.