Monthly Archives: June 2013

Consumptieverwarring

Ik hou niet van naar de winkel gaan. Ik hou van de spullen die ik nodig heb in mijn bezit hebben.  Maar het winkelen zelf, dat is niet iets waar ik intens van kan genieten. Ik heb altijd het gevoel dat ik een subliminale hyperrealiteit van vreemde vormen en felle kleuren ingezogen word als ik een winkelcentrum binnenloop. Waar mensen in uniforme pakjes onnatuurlijk veel lachen en spullen geen spullen, maar ideaaltypische representaties van zichzelf zijn. Tot slot draaien ze in de meeste winkels ontzettende kutmuziek en zijn de fietsenrekken bij het winkelcentrum altijd vol.

Toch moet ik er af en toe naartoe om dingen te kopen. Zoals vandaag. In dit geval moet ik naar de Action en die bevindt zich in het epicentrum van het winkelcentrum. Eenmaal binnengekomen in de Action probeer ik de indeling te doorgronden. De hoeveelheid aan spullen overweldigt me. Er zou toch een systeem in moeten zitten? Zelfs de Action zou toch op logica gestoeld moeten zijn? In theorie moet het toch mogelijk zijn om naar binnen te lopen, hetgeen dat je nodig hebt uit het desbetreffende schap te vissen, om via de kassa het pand snel weer te verlaten? Als huisvrouwen de Action kunnen doorgronden dan moet ik dat toch ook kunnen?

Er staan hier teveel spullen. Teveel spullen waarvan ik niet zou kunnen zeggen waarom ze überhaupt bestaan. Het is onduidelijk wie de spullen maakt en het is onduidelijk waar ze naartoe verdwijnen als ze opgebruikt zijn. De spullen komen via de winkel het huishouden binnen en verlaten dit weer via de afvalbak. Anoniem en efficiënt. Oprakende olievoorraden, branden in Bengaalse fabrieken en afvalbergen in de oceaan zijn onaangename zaken ver weg die zich beperken tot gemopper tijdens het journaal. Netjes om 8 uur. Zolang we gewoon spullen blijven kopen dan blijft de economie ook gewoon doordraaien en kunnen we daardoor nog meer spullen kopen. Zoals we het graag zien.

Mensen worden blij van spullen kopen. Als ik de Action uitloop ben ik ook écht blij met mijn net aangeschafte lege cd’tjes. Ik kan nu toch wel een goeie 2100 MB aan data kwijt.

De verwarring slaat toe terwijl ik vanuit het afgesloten consumptie-universum weer de echte wereld in wandel. Van consumeren ben ik me goed gaan voelen. Ben ik nu deel van een probleem?

Connectiviteitshandicap

Het is de tweede keer deze week dat internet er hier met een spreekwoordelijke knal uitvliegt. Afgelopen maandag voegde een landelijke netwerkstoring van KPN een extra dimensie toe aan mijn legendarische Monday Blues. En vandaag knipperen er verdacht weinig (lees: geen) lampjes op het modem dat mijn leergierige brein van internet-input moet voorzien.

Ik was aan het werk vandaag. Inderdaad, was. Zonder werkende internetaansluiting is mijn arbeidsproductiviteit namelijk rap de afgrond ingestort. E-mails: onbereikbaar. Online gepubliceerde rapporten: onbereikbaar. Achtergrondinformatie voor te schrijven artikelen: ongooglebaar. Als gevolg van mijn connectiviteitshandicap is er een onverwachte oceaan aan vrije tijd met een enorme, cognitief dissonante knal tegen mijn geïnternaliseerde productiviteitsideaal aangebotst.

Ik weet niet goed wat ik met die onverwachte vrijheid aanmoet, moet ik eerlijk bekennen. Wat nogal vreemd is, want op de momenten dat ik eigenlijk te weinig tijd heb omdat er één of andere deadline griezelig dichtbij komt, vind ik dingen als even snel een ijsje halen of uitgebreid de krant lezen opeens wél enorm belangrijk. Of halve dagen lang allerlei nutteloze informatie vergaren in de krochten van het internet. Of mijn e-mail toch nog maar eens dubbelchecken. Ik voel me soms net een junkie en mijn bureau, waaraan ik te midden van allerlei paperassen en eeuwig geopende browservensters mijn werk doe, is mijn portiek. Mijn shotje komt uit een UTP-kabel.

Ik bevind me op een breuklijn in de geschiedenis. Opgegroeid in de jaren negentig kan ik me nog wel voor de geest halen hoe de wereld er zonder internet uitzag. In de bus zat niemand te klooien met zijn smartphone. Kaartlezen op vakantie deed je met een gigantische kaart van Frankrijk of Duitsland tegen de voorruit van de auto gefrommeld. En als je te laat was voor een afspraak was je gewoon te laat. Dat kan ik me allemaal nog prima herinneren. En toch voelt de vrijheid die inherent is aan een falende internetverbinding heel erg vervreemdend. Als een vrijheid uit lang vervlogen tijden. Een vrijheid waarvan ik niet weet of ik die nog aankan.

Ik waag het er maar even op.