O kut. Er is in Brussel iets gebeurd. Er is in Frankrijk ook iets gebeurd. In het Verenigd Koninkrijk gebeuren allemaal dingen. En in Turkije gebeurt nog iets. In Amsterdam vast ook en anders staat er in Rusland of een ander eng land vast nog wel iets op stapel. Of in het Midden-Oosten, daar gebeurt altijd wel iets.
Het is vrijdagavond en ik zit op de bank, in mijn huis, aan de westkant van Amsterdam. Eerder vanavond ging ik met mijn vriendin naar de film. We smokkelden Dr. Pepper en een zak chips de bioscoopzaal in en lachten daar om. Daarna fietsten we naar huis en dronken een kop thee. En nu, onderweg naar bed, zit ik alsnog in het hels fluorescerende schijnsel van mijn laptopschermpje op de bank. Want er is iets gebeurd en ik ben immers journalist, geïnteresseerd in de wereld en een mens dat zich zorgen maakt over de wereld. Het www stelt mij gelukkig in staat om in real-time te volgen wat politici, machthebbers, dictators en rebellengroepen in 195 landen, op zeven continenten, waar ruim zeven miljard mensen wonen, leven en werken, precies uitspoken.
De tering. Het is een fucking dagtaak om dat allemaal bij te houden. Rustiger wordt ik daar niet van. Natuurlijk heb ik een mening over Erdogan, maar het fijne weet ik er ook niet van. Zo’n Brexit vind ik niet bijzonder geruststellend. Maar ik begrijp de Engelse frustraties over Brussel, ik kom er zelf regelmatig. Maar om dan meteen maar te stellen dat ik een pasklare oplossing heb? Na elke aanslag of gewelddaad weet iedereen met een paar megabyte blogspace meteen hoe het zit en ontrafelt er en passant ook nog even bij hoe de wereld van de geopolitieke diplomatie in elkaar steekt. Het bloed is nog niet opgedroogd of een de politieke kaste laat in maximaal honderdveertig tekens weten wraak, of in elk geval ‘maatregelen’, te zullen nemen. Maatregelen met consequenties waar anderen dan weer meningen, maatregelen en wraaknemingen over kunnen toezeggen. Enzovoorts.
Ik vraag me af waarom ik er nog aan meedoe. Een weekje geleden zat ik nog op Madeira, omringd door heel erg veel water. De laptop lag thuis in de hoek, een slimme telefoon heb ik niet en de televisie is een week lang uitgebleven. ’s Ochtends stond ik op en liep door een bananenboomgaard naar zee toe. Daar ging ik op een grote rots zitten en een beetje rondstaren. Ik zag hoe de oneindige blauwe lucht pas ergens in de oneindigheid de oceaan raakt en bestudeerde de mannetjes die rond lunchtijd in de branding gingen staan vissen. Ik las Nietzsche, dacht na over de menselijke conditie en dronk een glaasje likeur daarbij. Bovenal had ik het idee dat ik de wereld beter begreep dan ooit.
Natuurlijk, je bent journalist – of belangrijker nog, geëngageerd mens. Natuurlijk wil je weten hoe de kaarten geschud zijn in de wereld. Om te kunnen bepalen wat rechtvaardig is en wat niet, wat je als mens kunt doen en moet doen. Maar tussen alle aanslagen, politieke draaikonterij, complottheorama’s en corruptie door is het niet onbelangrijk te bedenken dat het grootste deel van de wereldbevolking bestaat uit mensen die, ongeacht hun huidskleur, religieuze of politieke overtuigingen, gewoon hun leven willen leven en evengoed kaas proberen te maken van precies diezelfde maalstroom. Echte mensen hebben echte hersens, echte gevoelens, komen tot echte standpunten, zijn af en toe bang voor de wereld maar, als het goed is, uiteindelijk niet voor elkaar. Even afschakelen van het informatiebombardement kan daarvoor heel erg zinvol zijn.