Mongolië weet nog niet zo goed hoe het moet verdienen aan toeristen. Slapen bij de nomaden is leuk, maar een zacht bed ook.
Hans Wetzels
Het is nog net geen lente in de besneeuwde bergen ten noorden van de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaator. ,,Let er op dat het vuur niet uitgaat, ‘s nachts vriest het hier nog flink”, waarschuwt het Mongoolse plattelandsmeisje dat toeristen wegwijs maakt in dit kleine resort. Ze stopt nog maar eens een zak kolen in een klein houtkacheltje in de traditionele Mongoolse nomadentent.
Er ligt een flink aantal van dit soort toeristenresorts langs de hobbelige weg die naar Terelj National Park leidt. “Terelj is erg toeristisch geworden”, legt Naranbayar Orgodol van het Mongoolse reisbureau Gardi Tours uit. “De tentenkampjes in het park worden veel gebruikt door Mongoolse stedelingen die in het weekend de hectiek van Ulaanbaator willen ontvluchten. En door Japanners en Koreanen die een nacht in zo’n tent willen slapen om daarna door te reizen naar de volgende toeristische attractie. Europeanen willen meestal iets authentiekers, zoals slapen bij een inheemse nomadenfamilie. Aziaten doen dat soort dingen niet.”
Die Europeanen hebben alleen één probleem: het aantal inheemsen dat nog echt als nomade leeft, neemt door de extreme kou en droogte in rap tempo af. De afgelopen jaren zijn ze met hun tent en waakhond naar Ulaanbaator getrokken. Vaak zonder werk, zonder opleiding en zonder plan voor de toekomst hokken ze bij elkaar op de berghellingen rond de hoofdstad. Ze kunnen geen kant op. De omstandigheden op het platteland zijn slecht en in de stad is geen werk.
Toerisme kan een belangrijke rol spelen, meent de Mongoolse Baksukh. Ze nipt van haar koffie in een kroegje in Ulaanbaator. Zelfstandig werkend touroperator, noemt ze zichzelf. Volgens haar kunnen inheemsen zoveel aan toeristen verdienen dat ze niet naar de stad hoeven.
Baksukh komt van de groene vlaktes in het uiterste oosten van het land: “Ik ben een plattelandsmeisje, ik ben opgegroeid in de buurt van Tamsagbulag. Ik ben eigenlijk nog steeds een nomade, ook al heb ik een huis in Ulaanbaator.” Zij organiseert reizen naar de Mongoolse vlaktes. “Mijn gidsen kennen de omgeving daar. Ze weten waar de inheemsen ongeveer zitten en betalen hun ter plekke een klein bedrag. Het zijn gastvrije mensen die de toeristen altijd thee en brood aanbieden.”
De inheemse nomaden beginnen zelf ook te ontdekken dat toerisme een welkome aanvulling kan zijn op de schamele inkomsten uit de veehouderij. Naranbayar Orgodol van Gardi Tours: “Sommige nomaden hebben tegenwoordig altijd een extra tent bij zich voor het geval ze toeristen tegenkomen. Er is geen vaststaand verdienmodel voor toerisme hier, iedereen probeert op zijn manier een graantje mee te pikken.”
De reisbureaus in Ulaanbaator, vaak eigenaar van toeristenkampjes zoals in Terelj, werken gestructureerder. Beheerder Oyuuna: “Toeristen die hier een paar overnachtingen boeken, kunnen verder het park intrekken om bij nomaden te slapen. Dat gebeurt op contractbasis. Wij betalen ze per toerist die ze opvangen.”
De toeristensector is nog nieuw in Mongolië. Dat is volgens Orgodol ook meteen het probleem. Om meer, vooral westerse, toeristen binnen te halen, moet de sector dringend professionaliseren, denkt hij. “Er zijn niet genoeg mensen die Engels spreken en goed personeel vinden is moeilijk. Het toeristenseizoen is door het extreme weer maar kort, we kunnen mensen maar een deel van het jaar werk bieden.” Bijkomend probleem is dat volgens Orgodol in de nu opkomende mijnbouwsector veel meer geld zit. “Je wilt niet weten hoeveel goede gidsen ik al verloren heb aan banen in de mijnbouw.”
Tot voor kort stonden de woeste vlakten van de Gobiwoestijn in het zuiden van Mongolië bekend als de laatste wildernis op aarde. Totdat bleek dat de droge bodem vol zit met grondstoffen. Twee gigantische mijnbouwprojecten zijn inmiddels verrezen. De verwachting is dat de voorraden kolen, koper en goud de Mongoolse economie de komende jaren zullen verdrievoudigen.
Door de mijnbouw is Mongolië op dit moment een aantrekkelijk land voor investeerders. Die moeten ook ergens slapen en daar kan de toeristische industrie weer van profiteren, denkt Jeanne Bartholomew. De Amerikaanse geeft Mongoolse studenten les in hotelmanagement aan privéschool Puhmim. “Veel zakenlui uit het Westen verwachten een bepaalde kwaliteit.” Dat het personeel Engels spreekt, bijvoorbeeld. Of lekker kan koken. Bartholowmew leert haar studenten zelfs lasagne maken.
Goede service, zachte bedden, lekker eten is voor Mongolië extra belangrijk. Het land heeft een extreem landklimaat en is slecht bereikbaar. Wil het land toeristen trekken, dan is een stel gertenten misschien niet genoeg.