Het is de tweede keer deze week dat internet er hier met een spreekwoordelijke knal uitvliegt. Afgelopen maandag voegde een landelijke netwerkstoring van KPN een extra dimensie toe aan mijn legendarische Monday Blues. En vandaag knipperen er verdacht weinig (lees: geen) lampjes op het modem dat mijn leergierige brein van internet-input moet voorzien.
Ik was aan het werk vandaag. Inderdaad, was. Zonder werkende internetaansluiting is mijn arbeidsproductiviteit namelijk rap de afgrond ingestort. E-mails: onbereikbaar. Online gepubliceerde rapporten: onbereikbaar. Achtergrondinformatie voor te schrijven artikelen: ongooglebaar. Als gevolg van mijn connectiviteitshandicap is er een onverwachte oceaan aan vrije tijd met een enorme, cognitief dissonante knal tegen mijn geïnternaliseerde productiviteitsideaal aangebotst.
Ik weet niet goed wat ik met die onverwachte vrijheid aanmoet, moet ik eerlijk bekennen. Wat nogal vreemd is, want op de momenten dat ik eigenlijk te weinig tijd heb omdat er één of andere deadline griezelig dichtbij komt, vind ik dingen als even snel een ijsje halen of uitgebreid de krant lezen opeens wél enorm belangrijk. Of halve dagen lang allerlei nutteloze informatie vergaren in de krochten van het internet. Of mijn e-mail toch nog maar eens dubbelchecken. Ik voel me soms net een junkie en mijn bureau, waaraan ik te midden van allerlei paperassen en eeuwig geopende browservensters mijn werk doe, is mijn portiek. Mijn shotje komt uit een UTP-kabel.
Ik bevind me op een breuklijn in de geschiedenis. Opgegroeid in de jaren negentig kan ik me nog wel voor de geest halen hoe de wereld er zonder internet uitzag. In de bus zat niemand te klooien met zijn smartphone. Kaartlezen op vakantie deed je met een gigantische kaart van Frankrijk of Duitsland tegen de voorruit van de auto gefrommeld. En als je te laat was voor een afspraak was je gewoon te laat. Dat kan ik me allemaal nog prima herinneren. En toch voelt de vrijheid die inherent is aan een falende internetverbinding heel erg vervreemdend. Als een vrijheid uit lang vervlogen tijden. Een vrijheid waarvan ik niet weet of ik die nog aankan.
Ik waag het er maar even op.
Zoals Steve Jobs ooit zei:
“Ik denk dat het de wereld dichter bij elkaar heeft gebracht en dat blijft doen. Er zijn nadelen bij alles; er zijn onbedoelde gevolgen bij alles. Het meest verwoestende stukje technologie dat ik ken is televisie. –maar, toch, televisie op z’n best is geweldig.”(Rolling Stone, 3 december 2003)